Welke zwembadafmeting kies je? #
Net zoals de ligging van het zwembad heeft de afmeting grote gevolgen voor de volgende aspecten:
• de mogelijkheid tot zwemmen van baantjes
• bouwkosten en de aanschaf van materialen
• energiekosten voor filtratie en verwarming
• kosten om het zwembad te desinfecteren (chloor etc.)
Mogelijkheid om baantjes te zwemmen
#
Een zwembad in Nederland is doorgaans 8×4 meter. In andere landen is dit overigens groter, zelf in België zijn de dimensies wat groter. Het lijkt rechtstreeks te maken te hebben met de grootte van de percelen.
Deze afmeting van 32 m2 maakt het zwembad acceptabel om in te zwemmen: groot genoeg om baantjes te zwemmen en groot genoeg voor kinderen om lekker in te spelen. Echt zwemmen gaat feitelijk in een groter zwembad, maar dit is uiteraard erg persoonlijk.
Een jetstream is een mogelijkheid om te zwemmen en te trainen in een klein zwembad. Geoefende zwemmers hebben echter niet genoeg aan de gangbare jetstreams en bij professionele installaties komt heel wat techniek kijken. Denk dan aan bedragen vanaf € 12.500,00.
De ruimte om een zwembad #
Naast het werkelijke wateroppervlak heb je ook rondom het zwembad wat ruimte nodig. Ten eerste plaats je op de zwembadwanden altijd een rand. Vaak een randsteen, maar soms ook wel een afwerking van hout (niet aan te raden ivm duurzaamheid!). Deze afwerking heeft al gauw een breedte van 35 cm aan alle zijdes.
Om te voorkomen dat je vuil meeneemt het zwembad in heb je ook rondom nog een verhard oppervlak nodig. Gras wordt namelijk erg snel meegenomen in het zwembad en met zand is dit al niet veel beter. bereken dan ook minimaal aan 3 kanten een loopruimte van 80-100 cm.
Extra kosten met een groter zwembad #
Een groter zwembad brengt uiteraard ook extra kosten met zich mee. Niet alleen heb je meer investeringen in bouwmateriaal, graafwerkzaamheden en zwembadtechniek. Ook aspecten als verwarming en waterbehandeling nemen snel toe met een groter zwembad.
Laten we een voorbeeld nemen: bij een bad van 8×4 heb je 32 m2 oppervlakte en bij een bad van 5×10 50 m2. Dat is net geen verdubbeling! Het loont dus echt om goed na te denken over het formaat zwembad: Wat heeft u nodig? Wat is financieel haalbaar? Etc.
Als je boven de maten 12×6 meter gaat krijg je vaak ook nog te maken met wat duurdere zwembadtechniek. De meeste zwembadpompen, zandfilters etc zijn berekend tot ongeveer 100 m3 badinhoud. Ga je hierboven dan kom je meestal in de wat hogere kwaliteit en dus ook hogere aanschafprijzen.
De diepte van het zwembad #
Een zwembad is meestal 150 cm diep. Natuurlijk is mogelijk hiervan af te wijken. De totale hoogte wordt dan bijvoorbeeld 153 cm inclusief randtegel en de dikte van de betonvloer. Deze informatie is belangrijk voor de graafwerkzaamheden.
Vaak wil men een zwembad 200 cm diep maken. Overweeg daarbij het volgende: een zwembad dieper dan 150 cm is vaak niet functioneel. Als kinderen en volwassenen niet kunnen staan op de bodem is het snel afgelopen met de pret.
Daarnaast heb je wellicht duurdere (complexere) bouwconstructies nodig, waardoor de prijs flink hoger kan uitvallen. Soms kiest men ervoor twee niveaus in het zwembad te maken: 120 en 180 cm diep. Technisch gezien is dit wat lastiger te maken, maar met wat bouwervaring zeker uitvoerbaar.
Hou dan wel rekening met hogere kosten voor het plaatsen en leveren van de zwembadfolie. Een liner op maat uit de fabriek is dan ook sterk af te raden. Een schuine bodem is met plaatsen van de folie lastig in verband met de kans op wegschuiven van de bovenste horizontale hoek. Hier heb je echt wat specialisme voor nodig.
Probeer eens een baantje te zwemmen in een bad van 150 cm of ondieper. Je zal merken dat het geen probleem is en dat in het buitenland de baden meestal ook niet dieper zijn (in Frankrijk kent de wetgeving bv streng beleid met toezicht hierop).
Inbouw en opbouwmogelijkheden #
Vrijwel alle zwembaden worden volledig ingegraven. Of je laat een stukje boven de grond steken om inwaaiend vuil te voorkomen.
Op een hellend vlak is dit echter niet altijd een optie. De bouw van een zwembad volgens deze richtlijnen maken het meestal mogelijk een deel van de muren bovengronds te plannen. Tegendruk van de grond is dan niet noodzakelijk. Check bij grotere maten natuurlijk wel de sterkte.
Ga nooit grond opvullen op een helling om vervolgens de betonvloer te storten. Graaf altijd de noodzakelijke grond af van de originele en stevige basis!